Hoe overlevingsmechanismen werken

Als we iets naars meemaken, reageren we daarop met een zogeheten overlevingsmechanisme: een automatische impuls om onszelf te beschermen en in veiligheid te brengen. Vechten en vluchten zijn de bekendste twee. Maar vaak blijft de herinnering aan het trauma ons bezighouden en blijven we vastzitten in dat overlevingsmechanisme. Overal zijn triggers, gebeurtenissen die ons doen denken aan de narigheid en ons weer op scherp zetten. Altijd maar vechten en vluchten – of welk ander overlevingsmechanisme ook, hieronder noem ik er vijf – dat beperkt je leven. Hoe reageren we op gevaar, hoe blijven we daarin ‘hangen’ en hoe komen we daarvan los en worden we vrijer?

Vluchten is een reactie van het lichaam om het gevaar te ontwijken. Het wordt geassocieerd met de emotie angst. In gedachten komen allerlei horrorscenario’s langs, wat er wel niet mis zou kunnen gaan, hoe de boel kan escaleren. Je scant je omgeving vaak op uitwegen. Je kijkt mensen niet zo snel in de ogen, je kijkt vaak weg en komt onzeker en verlegen over. Je voelt jezelf vaak verkrampt en gespannen. Je hebt de neiging jezelf op te sluiten in je huis en soms overschreeuw je dat en dwing je jezelf naar buiten. Je weet overal wel de risico’s van te benoemen en is het beste gevallen heb je ook allerlei oplossingen bedacht. Mensen prijzen je omdat je zo zorgvuldig bent, bescheiden, netjes, toegewijd. Ze moedigen je misschien aan wat meer van jezelf te laten zien, wat extraverter te worden, brutaler zelfs. Dat kan je irriteren, want je doet al zo je best, maar tegelijk heb je ook zelf het gevoel dat je veel mist van het leven en anderen ook veel missen aan jou. De wereld is zo gevaarlijk niet, denk je wel eens, en jij hebt echt iets bij te dragen.

Vechten is een reactie van het lichaam om het gevaar te overwinnen. Het wordt geassocieerd met de emotie woede. Je bent vaak aan het debatteren, redeneren, verdedigen, vrijpleiten, aanklagen en schelden in je hoofd. Je wilt aantonen dat de ander verkeerd zit en jij niet. Maar je woede kan ook naar binnen slaan en omkeren in minderwaardigheidsgevoelens en zelfhaat – je bent nog vooral op jezelf aan het mopperen, misschien wel omdat je zo veel aan het mopperen bent en nu nog steeds niet los bent van het verleden… Je kijkt vaak nors, de wenkbrauwen omlaag en de mond samengespannen. Je bent een kritische geest, soms uitgesproken hard, misschien wel een activist. Anderen prijzen je rechtvaardigheidsgevoel, je maatschappijkritiek, je scherpe blik. Maar zelf mis je een bepaalde mildheid, empathie, begrip, gevoeligheid voor jezelf en voor anderen. Niet alles gaat over goed en kwaad, de wereld is niet zo makkelijk in te delen, en niet alles valt jou aan of moet overwonnen worden.

Bevriezen is een reactie van het lichaam op onvermijdelijk en onoverwinnelijk gevaar. Je inschatting is dat de dreiging te groot is en vechten en vluchten niet mogelijk is. Deze reactie wordt vaak geassocieerd met gevoelloosheid, ‘niet bij je emoties kunnen komen’. Je bent vaak afgeleid, je bent er niet helemaal ‘bij’, je gedachten dwalen vaak af. Het valt te herkennen bij het (spreekwoordelijk geworden) konijn in de koplampen, maar het is ook bij mensen een standaardreactie bij bijvoorbeeld misbruik; rechtbanken verwarren bevriezen nog steeds vaak met instemmen. Je voelt je verlamd, bewegingloos, vastzitten. Je vindt het lastig initiatief te nemen en op gang te komen. Gevoelens zijn snel te veel voor je, je ervaart ze als bedreigend en overweldigend. Mensen noemen je wel afwezig of zelfs lui, maar soms ook juist evenwichtig, wijs en doordacht. Je zou graag meer willen voelen, erbij zijn, aanwezig. Wat je het meest nodig hebt is een geduldige omgeving, die je uitnodigt en nooit onder druk zet of ‘confronterend’ met je omgaat.

Vrede stichten of overgeven is een reactie van het lichaam om het gevaar gerust te stellen. Ik ben niet vervelend, ik ben lief, ik ben braaf. Je inschatting is dat vluchten en vechten te veel kost, het is nog niet erg genoeg om te bevriezen, en de gevaarlijke ander kan misschien nog goed voor je zijn. Je hebt diegene nodig, dus je past je aan. Het is een heel menselijke reactie die iedereen wel heeft toegepast in familiesituatie. Je herkent het als een kleinere hond een grotere nadert: die gaat op de rug liggen, op z’n allerkwetsbaarst en geeft zich over. Je denkt veel aan wat anderen nodig hebben, je bewondert anderen ook vaak. Je probeert anderen vaak tevreden te stellen en een plezierig gevoel te geven. Anderen prijzen je dat je zo lief bent, aardig, attent. Zelfs denk je wel eens dat je eigenlijk een pleaser bent, dat je te weinig met jezelf rekening houdt, dat je jezelf vergeet. Stiekem kun je er wel eens van dromen dat je een revolutionair bent, dat je iedereen eindelijk eens de waarheid vertelt, dat je naar een ver land reist en helemaal jezelf bent.

Bevrienden is een reactie van het lichaam om het gevaar gunstig te stemmen. Het is als een hond die een schop heeft gekregen en dan de baas komt likken, het kind dat geslagen is en dan een kusje komt brengen, de collega die uitgescholden is en de baas uitnodigt voor de bruiloft. Net als bij vrede stichten ben je veel aan het vergoelijken en rechtvaardigen in gedachten. De ander bedoelt het allemaal niet zo rot, heeft vast slecht geslapen, heeft een nare jeugd. En eigenlijk is het goed voor mij, ik moet ook nog zoveel leren, ik ben zo onervaren. Vaak komt het neer op een vorm van het Stockholm Syndroom, dat voor het eerst geschreven werd in de jaren 70 toen de gijzelaars bevriend raakten met de bankrovers en hen vrijpleitten in de rechtbank, en later een algemene term werd voor slachtoffers die de daders blijven verdedigen. Het is een overlevingsstrategie die de nare gevoelens uitstelt, maar ook de werkelijkheid. Anderen prijzen je wellicht omdat je zo volwassen met je situatie omgaat, dat je zo vergevingsgezind en loyaal bent. Zelf weet je dat je veel weerzin moet wegdrukken en je niet helemaal eerlijk bent. Je zou graag een nieuwe start maken, mensen ontmoeten bij wie je niet zo veel hoeft in te leveren, die gewoon aardig zijn.

Deze vijf overlevingsmechanismen zijn natuurlijke en begrijpelijke reacties. Iedereen kent ze en we hebben er veel aan te danken. We worden echter minder vrij als we ze blijven vertonen, als we op repeat gaan we overal triggers ontmoeten. Het zijn namelijk heel specifieke reactiepatronen. Als we die voortdurend herhalen, beperkt dat sterk ons repertoire om met onze omgeving om te gaan. We voelen minder, ervaren minder, leven minder.

Genezing betekent dat je steeds minder door deze overlevingsmechanismen wordt geleefd. Je leert – wellicht onder professionele begeleiding – je standaardreacties herkennen en de triggers die deze activeren. Intussen oefen je met nieuwe handelingen, gedachtes en gevoelens. Zo word je minder ‘bezeten’ van het overlevingsmechanisme, steeds minder handelingen, gedachtes en gevoelens worden erdoor bepaald. Je kent het nog steeds, want het horen bij je, je vermijdt het ook niet, maar je bent er minder door ‘bezeten’ en je hebt een breder repertoire aan reacties en daarmee ervaringen.

Vorige
Vorige

Tools om te verzoenen

Volgende
Volgende

Test | Ben ik een gezonde of giftige leider?